Little bastards!

17 maart 2019 - Pakawau, Nieuw-Zeeland

Zondag 17 maart, Pakawau

Gistermiddag op het strand en gisteravond op de camping voelde het soms of mij iets stak, zelfs onder de kleding. Ik zag echter niets, maar vanochtend wel: vuurrode plekken op m’n onderbenen en enkels. Nare beesten hebben ze hier! Sandflies zijn verre van leuk, maar dit is ook niet fijn. Nou ja, gaat vanzelf weer over. 

Met zonsopkomst was een groot deel van de camping al wakker. Die moet je natuurlijk wel gezien hebben vanaf daar. Elke paar minuten veranderde het, schitterend. Ik had om acht uur al wel kunnen vertrekken, maar vond het daar nog zo fijn dat ik nog een uurtje ben blijven zitten.

Om kwart over negen heb ik Count Dooku gestart en die kon gelijk weer hurry up de berg over. Eenmaal op de ‘grote’ weg werd het niet veel beter. Er stond een electronisch bord met een waarschuwing voor ernstige vertraging. Inmiddels weet ik dat dat tot op heden meevalt en ook deze keer. Er was bergopwaarts over een lange lengte een stuk weg opgebroken. Je kunt beter zeggen afgebroken, want er miste gewoon de helft. Op zondag waren ze niet aan het werk, toch kon je slechts via een smal stuk passeren dus hadden ze er stoplichten neergezet. Met een timer. Toen ik aankwam stond -ie op 2-5 minuten. Ik heb er uiteraard bijna de hele tijdsduur gestaan en toen konden we door. Wel met vier auto’s. Gelukkig voor mij was het kilometers lang 30 km/uur, want dat haalde ik maar net;-)

Na heel veel (haarspeld)bochten en klimmen kwam ik bij de afslag naar Takaka Hill Walkway. Dat pad brengt je naar 950 meter hoogte met fantastische uitzichten. Gelukkig had Count Dooku mij al op 800 meter hoogte gebracht, dat scheelde.

Het eerste stuk ging via een 4WD road steil omhoog. Daarna ging het via zeer smalle paadjes nog steiler omhoog, met grassen en struiken aan weerszijden. Soms over rotsen of door dichtbegroeid bos. Omdat het nog redelijk vroeg was en de zon daar nog niet door de bewolking was gekomen, was de begroeiing nat van de dauw. En mijn broek, schoenen en sokken dus ook. Onderweg zag ik heel apart gesteente, bijna zwart. Van een afstandje leken het wel grote rode kolen; of zag ik ze vliegen door de hoogte? Na drie kwartier kwam ik bij de zendmast aan op het hoogste punt. Onderweg geen mens gezien, wel een paar geiten en veel vogeltjes en insecten. De uitzichten waren zeker bijzonder. Soms zag ik het dal beneden met een felblauwe lucht en soms zag ik niets. Als je even wachtte dan trok een wolk voorbij en zag je soms wel iets.

Je kon er voor kiezen om dezelfde weg terug te gaan, of een deel via de 4WD road of om het rondje af te maken. Ik koos voor de grote ronde. En dat heb ik geweten! Een pittig traject met klimmen en klauteren. En geconcentreerd proberen om op het smalle pad te blijven want er lagen sinkholes naast het pad. Inmiddels bekende maar ongetwijfeld ook nog onontdekte. Ik wilde niet degene zijn die ze zou ontdekken.

Na een heel stuk zwoegen kwam er een splitsing waarop je kon afbuigen naar de 4WD road of de ronde kon afmaken. Ik was er eigenlijk wel klaar mee, maar vond het ook wel een beetje slap om nu af te haken. Dus door alle stekels, natte grassen en over rotsen verder gezwoegd. Inmiddels brak de zon ook daar door, dus koud was het zeker niet. Ergens hoorde ik twee mensen kletsen en die kwamen mij tegemoet. Ik hoorde en zag hen wel, maar zij mij niet omdat zij ook geconcentreerd naar de grond liepen te staren. Tot de vrouw vlak voor mij stond; dat gezicht! Zij schrok zich helemaal wild en kreeg daarna van de zenuwen de slappe lach. Ik lag echt in een deuk om haar. Een bizarre situatie daar boven op de berg. Nadat we weer wat bedaard waren nog  leuk gekletst met het Nieuw-Zeelandse echtpaar.

Na twee uur en vijfenveertig minuten had ik de ronde volbracht. Een flinke workout voor de zondagmorgen. Deze hike was echt een uitdaging, maar wel anders dan de voorgaande. Het kwam vast door de omgeving. Toch heb ik genoten!

Bij de auto een droge broek en sokken aangetrokken en geluncht. Daarna mijn weg vervolgd naar Pakawau. De camping ben ik eerst voorbij gereden, want ik zag dat Cape Farewell slechts tien kilometer verderop lag. Verder kon je ook niet. Ik heb de auto bij Farewell Spit geparkeerd en zag daar bij het café dat er diverse wandelroutes waren. Helaas te lang voor mijn benen op dat moment, dus ter plekke maar een heuvel opgeklommen naar het uitzichtpunt. Dat lukte nog net;-) En wauw, mooi hoor! Het buigende landeind, de rotsen in zee, het strand, de bergen in de verte, de zilte lucht en een stralende zon. Hier had ik graag gelopen, maar nu lokte de camping.

Daar aangekomen werd ik hartelijk ontvangen door Gary, de mannelijke helft van het eigenaarsduo. Hij was een beetje de kluts kwijt ten aanzien van de beschikbare plaatsen. Er was gister namelijk een bruiloft gehouden op het terrein en een deel van de gasten verbleef nog her en der. Ik mocht staan waar ik wilde en dat werd een plek echt pal aan de Golden Bay. Bij hoog water kon ik het bijna aanraken. En vanuit de auto met de achterklep open zag ik de zon in zee zakken.

Tijdens het eten koken sprak ik diverse bruiloftsgasten. Zij verbleven naast de keuken waar een grote party tent was neergezet en het een en al gezelligheid en muziek was. Een van de dames verontschuldigde zich voor het lawaai, maar ik vond het juist wel wat hebben. Het moet een geweldige country-wedding zijn geweest, sinds afgelopen woensdag waren ze al bezig geweest met het opbouwen hier op de camping. Zij waren er ook vanuit gegaan dat zij de gehele camping hadden afgehuurd, dus ook vandaag. Verbaasd waren ze dan ook dat er opeens nieuwe gasten arriveerden, maar we waren welkom. Dat regelen ze morgen maar verder met de eigenaren.

Ene Beatrice vertelde dat ze van het Noordereiland kwam en toen ze hoorde dat ik daar vanaf volgende week zou rondtoeren moest ik gelijk mee voor haar adresgegevens zodat ik bij haar kon overnachten als het uitkwam. Op mijn wegenkaart heeft ze van alles aangestreept en uitgelegd, heerlijk. Terug bij mijn auto zat de buurhond mij zo zielig om de heg aan te kijken dat ik ‘r wel even moest knuffelen. Van de eigenaresse kreeg ik nog een mooie wandeltip toen ze hoorde dat ik morgen naar Okiwi zou vertrekken. Handig hoor, die locals! Onderweg hoop ik nog even bij een bibliotheek te stoppen, zodat jullie ook weer op de hoogte zijn.

Inmiddels heb ik alvast twee overnachtingen in Kaikoura geboekt, in de hoop walvissen te spotten. En daarna ga ik dan eindelijk naar het Noordereiland. Waar ik nu al tijd tekort kom;-)

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

1 Reactie

  1. Yvonne:
    18 maart 2019
    net 2 verslagen ontvangen, heerlijk op ma-morgen 7uur de eerste gelezen en wat een wandeling heb je weer gedaan, respect, nu eerst mijn krantje en dan de 2e. wat een leven als pensionata